Mallemolen 29

Zit je ineens bij de Eerste Hulp!
Wááááát?
Eerste hullup!

Ja, ik was zelf ook nogal verbaasd.

Hoe dat zo kwam?
Slepend gedoetje in mijn longen. Zo’n dingetje – of het gevoel van zo’n dingetje – dat opgeschraapt en weggehoest kan worden. Het schrapen lukte al ruim twee weken, de hele dag lang, maar weghoesten kon ik teleurstellend weinig.

Lastig. En gaandeweg ook wat onrustbarend. Want over een week of 4 à 6 beginnen de chemo’s om mijn prostaatkanker een enorme optater te geven. En mij dus ook een dreun. Die dreun wil ik een beetje fit kunnen opvangen.

Kortom, vanmorgen tóch maar even de huisarts geconsulteerd. Die deed een soort APK van bloeddruk, hartslag, saturatie, Covid-test en luisteren naar mijn ‘adem eens diep in en uit’ plus doneerde een verwijzing bloedprikken. Hij liet het woord embolie vallen. Daar was het bloedprikken voor.

Nou ja, de rest van de ochtend lekker gewerkt.
Tijd voor de lunch.
Brood bijna op.
Telefoon.
Huisarts.
Nog wat vragen. Pijn bij adem zus? En ook zo? Benauwd?

Hij twijfelde. De bloeduitslag gaf iets aan, maar dat kon met de prostaatkanker en/of mijn medicatie van doen hebben. Maar aangezien ik me hoogstzelden bij de dokter vertoon en nu met een klacht kwam …. .

Grote twijfel. “Ik stuur je toch door. Meld je maar bij de Eerste Hulp”.

Wáááát, dacht ik.

Vanwege de kans op longembolie, zei hij. Het zekere voor het onzekere. Lastig te bepalen. Geen risico willen lopen. Gaan dus. Ik mocht nog wel aangeven naar de Eerste Hulp van welk ziekenhuis ik wenste te gaan.

Zo belandde ik op de Eerste Hulp.
En nu lig ik. Op een SEH-bed. Wéér een soort APK; ze willen hun eigen waarden en waarnemingen. Daarnaast bloed uit een ader. Bloed uit een slagader. Nieuwe Covid-test. Plakkertjes voor de ECG.

Mijn hartslag is overigens 72 per minuut bij een verzadiging van 96 tot 97 procent terwijl ik 12 tot 16 keer per minuut adem. Dat laatste heb je met een beetje buikademhaling trouwens zo op 8 tot 9 per minuut. En dan knippert het cijfer op de monitor ineens. Is kennelijk erg laag.

Er wordt een mobiel röntgenapparaat binnengereden. Mijn longen mogen op de foto. Moet twee keer: de plaat die ze achter mijn rug zetten zit eerst achterstevoren. Klinkt stom, is het niet. Iedereen om me heen verdenkt me van Covid omdat het tegendeel nog niet is bewezen. Alles en iedereen is daarom extra omwikkeld. Die plaat dus ook.

Het is vervolgens wachten op de dokter en mogelijk op een CT-scan om te kijken of het écht om een embolie gaat.

De dokter heeft een hele checklist van dingen die ik wel of niet zou doen, hebben, gebruiken of voelen. Ze luistert, kijkt (onder meer naar mijn enkels en kuiten; ze worden heel mager bevonden) en meldt dat het nu van de uitslagen en de verzamelde gegevens afhangt of er een CT-scan zal komen.
Wachten dus.

Ja, als ik het nu even overdenk ben ik het middelpunt van een aardig – en waarschijnlijk prijzig – circus om uit te sluiten dat ….. .

Nou ja, so be it. Super-F. zit redelijk en ik zit/lig prima. OK, het infuus is irritant, het saturatie-knijpertje op mijn linkerwijsvinger is irritant en dat ik intussen best nodig naar het toilet moet is irritant, maar buiten gaat het zo regenen las ik net en dat is – als je dan net buiten vertoeft – nog veel irritanter. Tussen de bedrijven door kan ik mooi dit epistel tikken, dus ik klaag niet.

De klok wijst 16.35.
De klok wijst 16.47.
……
De klok wijst 17.22.
“Gelukkig zouden we vandaag pizza eten”, zei super-F. een uur of anderhalf terug met kennelijk vooruitziende blik. Ik moet nog steeds naar het toilet, maar dan nodiger dan daarnet.

Het zal nu wel niet meer zo lang duren, stel ik mezelf hoopvol gerust en laat me mijn meegebrachte boekje aanreiken.

Super-F. loopt even naar het toilet. Zij wel. Ik wacht en lees in Wilfried de Jongs debuut ‘aal’. Prachtig! Als je dat ergens ziet: KOPEN!
Super-F. loopt even langs het personeel. Of ze al iets weten.
Nu in elk geval wel: dat wij er nog zijn.

De klok wijst 18.07.
Trek!

18.16.
Arts.
Covid negatief. Positief nieuws dus. En geen aanwijzing voor embolie. Gelukkig.

Pleeg.
Ontkoppelen, plakkers van de bast, infuusje eruit, saturatiemeter eraf. “Meneer, uw polsbandje nog”.

Klaar.

Plassen.
Parkeerstrook
Pezen.
Pizza con insalata!

Over erikio

Schrijver & verteller
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

6 reacties op Mallemolen 29

  1. Carla F zegt:

    Jeetje, toch even schrikken, maar heel goed van de huisarts om zo ad rem te zijn. Het zekere voor het onzekere. Heel herkenbaar ook voor mij.

    Gelukkig niks verontrustends, behalve weer even de schrik en een zwaai aan de (malle)molen.

    x Carla

  2. Caroline zegt:

    pffffff, jaa….herkenbaar….als je een keer in die molen zit is geen enkel dingetje meer gewoon. Wel echt fijn dat je een dokter hebt die het zekere voor het onzekere neemt, neem dat dan maar van mij aan, beter dan steeds de boodschap…waarom ben je niet eerder gekomen, nou omdat de huisarts me niet serieus nam…beter voor niks, ook al kost dat ff schrik en zenuwen, dan steeds net ff te laat!

    • erikio zegt:

      Dank je. Het is een goede dokter. Kent zijn patiënten. Weet dat ik kom als er wat is en ik het echt niet vertrouw.
      Mooi was dat hij openlijk ’s ochtends twijfelde, koos voor tóch bloedprikken, nav de lab-uitslag nog twijfelde, mij belde, aanvullende vragen stelde, zijn twijfel/dilemma uitlegde, nog iets vroeg, de kennis herkauwde, zijn denkproces besprak en vervolgens de knoop doorhakte. Het was als een film.

  3. Marjan zegt:

    Gelukkig! Hopelijk extra pizza gegeten.. om het te vieren, om extra aan te sterken en omdat het kan 😉

Plaats een reactie