Stilstaan / Stil staan (MM446)

Elke dag lees ik. En elke keer lees ik wel iets dat ik ‘het citaat van de dag’ doop.
Voorbeeld van vandaag:

“Ik sleep mijn wagentje met de twee zware vliegtuigkoffers op een drafje achter me aan en worstel me naar voren tegen de stroom van reizigers in die elke ochtend over de stad uitwaaiert. Ik zie heel wat gezichten, gezichten die een onverschillige, vermoeide, berustende indruk maken, zelden zie je een opgewekt gezicht. De druk van de werkdag, de eeuwige plicht om te moeten werken, het dringen van de tijd die steeds voortschrijdt, het ligt als een zware last op ons allemaal. Zonder die haast zijn we allemaal verloren op een alledaagse ochtend in de stationhal – zonder haast is het ondenkbaar dat we carrière maken. Er zijn stroomlijnen die ons leiden en ons ertoe aanzetten de aansluiting niet te verliezen. Het dictaat van de tijd hangt ’s morgens als een ongeschreven wet boven onze hoofden, er is geen weg terug en stilstaan is er al helemaal niet bij. De grote stationsklokken zijn de toetsstenen waaraan we ons leven afmeten, geen blik kan eraan voorbijgaan. Onverbiddelijk spoort de plicht ons aan. Over twee minuten vertrekt de trein vanaf het vierde perron.” *)

Toegegeven, het is een wat lang citaat. Vaak zijn ze korter. Maar je krijgt met deze wél veel waar voor je geld, lees: veel om even bij stil te staan.

Ik stond stil bij het onverschillige, vermoeide en berustende, bij de eeuwige plicht en het dringen van de tijd die steeds voortschrijdt en bij de stroomlijnen die ons ertoe aanzetten de aansluiting niet te verliezen.

Ik stond ook stil bij het dictaat van de tijd en dat stilstaan er al helemaal niet bij [is], bij de klokken waaraan we ons leven afmeten en bij onverbiddelijk spoort de plicht ons aan.

Toegegeven, ik heb (tegenwoordig) makkelijk praten; in veel opzichten ben ik beperkt, maar ik heb wél alle tijd. Laat ik dan maar praten voor de drie uiteenlopende mensen in mijn omgeving die (onder meer) bezweken onder die eeuwige plicht, die stroomlijnen, het de aansluiting niet verliezen en dat onverbiddelijk spoort de plicht ons aan. En praten voor anderen die (nog net niet) door hun hoeven zakken.

Zou het niet aardig zijn om eens níet naar perron vier te jakkeren en in plaats daarvan te kijken of er over pakweg tien of twintig minuten een trein vertrekt vanaf perron twee? Of zeven. Of elf. Even stilstaan e/o stil staan.

*) uit ‘Met twee koffers op weg’ van Markus Wieser, een prachtig verhaal dat is opgenomen in ‘Zandlopers – Verhalen en gedichten over tijdsbeleving uit alle windstreken’ , een uitgave van Novib/Schuyt & Co.

Binnenkort verschijnt op dit blog en op de socials van Carma – Centrum voor leven met en na kanker mijn boektip over deze prachtige bundel.

Over erikio

Schrijver & verteller
Dit bericht werd geplaatst in books, Goed boek, Uncategorized en getagged met , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie